Vaccinatie Hond

Klik hier om terug te gaan naar de vorige pagina.

Wanneer vaccineren? hond
Het is belangrijk om je hond te beschermen tegen diverse besmettelijke ziektes. Vaccineren begint al op 6 weken leeftijd. Dit is vaak al bij de fokker gedaan. Op 9 en 12 weken krijgen pups een vaccinatie en daarna jaarlijks. Zie ook het onderstaande schema (klik op de afbeelding om deze te vergroten):

tabel

Optionele entingen zijn tegen kennelhoest (vanaf 9 weken) en hondsdolheid (vanaf 12 weken). De vaccinatie tegen kennelhoest is een neusdruppel en veel pensions, hondenscholen en uitlaatservices stellen deze verplicht. Het is in deze gevallen zeker aan te raden om tegen de kennelhoest te vaccineren. Dit moet elk jaar herhaald worden.

De hondsdolheidsenting is verplicht als uw hond (of kat) naar het buitenland gaat en moet minimaal 3 weken van te voren gegeven worden en werkt 3 jaar.

Waartegen vaccineren?
Wij vaccineren honden met de vaccinaties van Nobivac.

Waartegen vaccineren?
Parvovirus:
Het Canine Parvo Virus is een erg besmettelijk virus die een darmontsteking veroorzaakt. Het wordt via de ontlasting verspreid en kan goed in de omgeving overleven. Honden, met name pups, worden doodziek. Ze krijgen koorts, waterdunne, bloederige diarree, gaan braken, raken snel uitgedroogd en kunnen een ontsteking van het hart veroorzaken. Diagnose kan door middel van ontlastingsonderzoek worden gesteld. Er is geen specifieke behandeling en veel honden overlijden snel aan deze ziekte.

Hondenziekte:
Hondenziekte wordt veroorzaakt door het Canine Distemper Virus en wordt ook wel de ziekte van Carré genoemd. Het wordt uitgescheiden met de urine, ontlasting, speeksel en aerosolen. Vooral pups zijn hier erg gevoelig voor, maar ook oudere honden kunnen deze ziekte krijgen. Verschijnselen bestaan uit koorts, oog- en neusuitvloeiing, diarree en soms longontsteking en zenuwverschijnselen (zoals toevallen, krampen, verlamming). Bij sommige honden wordt de huid aangetast, m.n. de voetzolen. De diagnose is lastig te stellen. De behandeling bestaat uit ondersteuning. Dieren kunnen weken tot maanden ziek zijn en ongeveer de helft komt hierdoor te overlijden.

Ziekte van Weil:
Deze ziekte wordt ook wel leptospirose genoemd. Het wordt veroorzaakt door de bacteriën leptospiren. Hier zijn verschillende soorten van die vele diersoorten kunnen besmetten, waaronder de mens! Het wordt vooral overgedragen door urine, ook van o.a. de bruine rat. Zwemmen in stilstaand water is daarom risicovol. De bacteriën tasten onder andere de nieren en lever aan. Verschijnselen zijn braken, diarree, sloom, nierontsteking, uitdroging en soms gele slijmvliezen. De diagnose kan door middel van bloedonderzoek gedaan worden. De behandeling bestaat uit een kuur antibioticum, medicatie tegen braken en eventueel infuus. Helaas is de schade aan de lever en nieren soms niet meer te herstellen. Het is dus voor u en uw hond belangrijk om te vaccineren.

(besmettelijke) Leverziekte:
Canine Adenovirus-1 is de veroorzaker van deze ziekte, die ook wel hepatitis contagiosa (HCC) wordt genoemd. De ziekte wordt overgedragen via urine, maar ook speeksel en ontlasting. Inademing of oplikken van het virus zorgt voor besmetting. Na herstel zijn de honden nog maandenlang besmettelijk. Verschijnselen zijn o.a. koorts, geen eetlust, onrust, oogontsteking, braken, bloedingen en een vergrote pijnlijke lever. Aantonen van het virus kan door middel van bloedonderzoek. De behandeling is ondersteunend en de prognose dubieus.

Kennelhoest:
Kennelhoest wordt door een complex aan verwekkers veroorzaakt. De belangrijkste verwekkers zijn parainfluenzavirus, canine adenovirus-2 en de bacterie Bordetella bronchiseptica. Besmetting vindt vaak via de lucht plaats. De belangrijkste verschijnselen zijn hoesten (vaak harde, droge hoest) met soms kokhalzen en neusuitvloeiing. Dit is vaak erger is bij inspanning, opwinding of druk op de nek. Infectie van de longen kan ook voorkomen. Ondanks de naam doet vermoeden komt deze ziekte niet alleen in kennels voor, maar op plaatsen waar honden veel in contact met elkaar komen. Vaak lossen de honden de ziekte vanzelf op, maar ze kunnen er langdurig last van krijgen. Behandeling bestaat onder andere uit rust, borsttuig i.p.v. halsband, veel water, zacht voedsel, goede hygiëne en goede ventilatie van de ruimtes.

Hondsdolheid:
Wordt ook wel rabiës genoemd en wordt overgedragen door een beet van een besmet dier. Elk zoogdier, ook mensen, kunnen deze ziekte krijgen. Het virus tast de zenuwen en hersenen aan met toevallen, krampen, agressie, verlammingen en sterfte. Er is geen behandeling en de overlevingskans is erg klein. Hondsdolheid komt in Nederland bijna niet voor bij honden, vaak komt het voor bij honden die uit het buitenland worden geïmporteerd. Daarnaast kan het voorkomen bij vossen en vleermuizen, voor honden die hier in aanraking mee kunnen komen of zijn gekomen is vaccinatie sterk aan te raden.

Klik hier om terug te gaan naar de vorige pagina.